Effecten van het VKAplus-alternatief
Het VKAplus-alternatief bestaat uit de maatregelen beschreven in VKA inclusief alle plusmaatregelen. Een overzicht hiervan is opgenomen in Tabel 7.1. Deze maatregelen zijn opgenomen op een kaart in bijlage 3. Het MER is daarmee de effectbeoordeling voor alle geplande maatregelen ten behoeve van de verplichte herstelmaatregelen van uit het Natura2000 beheerplan, de realisatie van het NNB, de NNP de Tongelreep en het actieplan Leven-De-Dommel, in het dal van de Tongelreep. De verdere uitwerking van het VKAplus wordt vastgelegd in verschillende PPWW’s. De reden hiervan is dat het tijdstip van uitwerken en vervolgens uitvoeren van een groot deel van de plusmaatregelen afhankelijk is van de grondposities en grondverwerving op basis van vrijwilligheid. Anderzijds dienen de maatregelen in het kader van het hydrologisch herstel conform het Natura 2000-beheerplan zo snel als mogelijk verder uitgewerkt en uitgevoerd te worden. Deze werkwijze zorgt ervoor dat voor alle maatregelen die in de komende jaren in het beekdal uitgevoerd worden binnen de beoordeling in dit milieueffectrapport vallen. Hiervoor is gekozen omdat het opknippen van maatregelen in verschillende milieueffectrapportages niet is toegestaan.
Tabel 7.1 Overzicht maatregelen VKAplus-alternatief
Ambitie | Maatregelen |
Natura 2000 | 1. Verhogen van de drainagebasis van de Tongelreep tussen De Achelse Kluis en de Leenderweg |
2. Aanbrengen van dood hout in de beek | |
3. Dempen, verondiepen, afdammen of opstuwen van sloten, greppels en rabatten voor het opheffen van de drainerende werking van deze detailontwatering | |
4. Verwijderen (buis)drainage uit landbouwpercelen | |
5. Omvorming landbouwgronden naar natuur – Natura 2000/NNB | |
6. Naaldbos lokaal kappen voor houtproductie en omvormen naar heide of open loofbos – Natura 2000 | |
KRW | 7. Aanpassing overstort ten noordoosten van de kern van Valkenswaard |
8. Volledig beekherstel traject 3 | |
9. Verminderen nutriëntenbelasting op Tongelreep | |
NNB/NNP | 10. Opheffen drainerende werking van detailontwatering en verwijderen drainage westelijk van de Tongelreep |
11. Omvormen van landbouwgronden naar natuur binnen het NNB ten westen van de Tongelreep | |
12. Bosomvormingen | |
Leven de Dommel | 13. Inzetten van laagtes en nieuwe natuur voor het vasthouden van water (3-fasen profiel) |
14. Inrichting van het beekdal als een 3-fasenprofiel | |
15. Cultuurhistorie/Landschap: Versterken historische beemdenstructuur rondom Bruggerhuizen en Zeelberg | |
16. Recreatie: Verbeteren en eventueel uitbreiden recreatiemogelijkheden rond de Tongelreep |
Dit totale maatregelenpakket is doorgerekend in de hydrologische modellering. Daarbij is gekeken wat de effecten zijn op de grondwaterstanden en wat het effect is op de inundaties vanuit de beken op de omgeving. De effecten op de overige aspecten zijn middels een beoordeling weergegeven in Tabel 7.2. Dit betreft de cumulatieve effecten van hetgeen beschreven is in de hoofdstukken 5 en 6. De effecten worden in dit hoofdstuk niet herhaald.
In de volgende figuren is een indruk van de effecten weergegeven van de verandering van de grondwaterstanden in de voorjaarssituatie (GVG). Voor traject 5, grofweg ten noorden van de N396 ten oosten van de Tongelreep, wijken de gemodelleerde ingrepen, en daarmee effecten, af van hetgeen is samengevat in bovenstaande tabel.
In het VKAplus-alternatief zijn aanvullende maatregelen gedefinieerd voor het herstellen van een robuust beekdallandschap. Aanvullende maatregelen bovenop het VKA zijn gedefinieerd ter hoogte van de trajecten 1 tot en met 4. Dit betreft hoofdzakelijk meandering van de waterloop en het opheffen van de drainerende werking aan weerszijden van het beekdal in een strook gelegen aan deze trajecten, maar ook verder op de flank. Grondwatereffecten zijn ten opzichte van het VKA signifvant anders ten noorden en oosten van Bruggerhuizen, ten westen van de tongelreep in traject 3, ten oosten van Zeelberg en in Valkenswaard. Aan de zuidzijde van het projectgebied is het effect grotendeels gelijk.
Voor traject 4 hebben de aanvullende maatregelen van het VKAplus-alternatief geen positieve of negatieve gevolgen voor de vochtige alluviale bossen. Voor de zure vennen is grotendeels geen verbetering, ondanks de aanvullende maatregelen. Het zure ven aan het Strijperpad laat voor de GVG een verbetering zien als gevolg van het dempen van watergangen in deze omgeving (+). Voor het hoogveenbos wordt het in het voorjaar dusdanig nat berekend dat dit negatief uitpakt ten opzichte van de huidige situatie. Voor de zomer is het wel een significante verbetering ten opzichte van huidig en ook t.ov. het VKA (+).
Ten westen van traject 4, ten noorden van de Leenderweg zijn effecten op de GHG berekend tot 50 cm, dit effect strekt ook tot de bebouwing van Valkenswaard in de orde van 20 cm. Dit zorgt ervoor dat het oostelijke gedeelte van de woonwijk een GHG krijgt van minder dan 70 cm onder maaiveld (-). Door het opheffen van drainage ten zuiden van Valkenswaard, onder meer rondom Zeelberg, is een groter effect berekend ter plaatse van het eerder benoemde industrieterrein Schaapsloop (-). De GHG stijgt bij het VKA-plusalternatief tot minder dan 70 cm onder maaiveld in het noordelijke deel van het industrieterrein Schaapsloop, gelegen tussen de waterloop TR27.3 en de Leenderweg. Ten zuiden van de waterloop TR27.3 waren in het VKA al grondwaterstanden berekend minder dan 70 cm onder maaiveld. Dit breidt zich in het VKA-plusalternatief qua oppervlakte verder uit (-). Ook ten oosten van traject 4 zijn de effecten groter dan bij het VKA. Door de andere invulling van de maatregelen bij Zeelberg wordt ook ter plaatse van Zeelberg een groter effect berekend op de GHG. Dit leidt ter plaatse van de bebouwing bij Zeelberg tot grondwaterstanden ondieper dan 70 cm onder maaiveld (-). Voor de landbouw geldt dat er op de eerdergenoemde locaties bij het VKA even grote of grotere effecten optreden. Onder meer bij Valkenhorst stijgt de grondwaterstand vlakdekkend en qua orde dusdanig dat alle landbouw hier effect ondervindt. Ten noorden van de rotonde van de Leenderweg worden ook significante effecten berekend, dusdanig dat hier deels grondwater aan maaiveld komt te staan in het voorjaar voor het perceel ingeklemd tussen de weg en de visvijver (- - -). Bij Zeelberg neemt het effect fors toe en zijn er ook percelen waarvoor grondwater aan maaiveld wordt berekend, net ten oosten en westen van Zeelberg (- - -).
In traject 3 hebben de gemodelleerde ingrepen voor de zure vennen en de vochtige alluviale bossen geen aanvullende positieve, of negatieve, uitwerking wat betreft grondwaterstanden. Ter hoogte van de weg Brugse Heide nummer 6, worden grondwaterstanden dusdanig ondiep onder maaiveld berekend, minder dan 20 cm, dat de bebouwing ter plaatse in het gedrang komt. Dit speelt ook ten westen hiervan, tussen Oud Spoor en Kluizerdijk (- - -). Meer naar het zuiden bij de panden rondom de begraafplaats, nummers 8 t/m 12, is dit ook het geval (- - -). Voor de begraafplaats zelf geldt ook dat grondwaterstanden hier dusdanig ondiep komen dat dit problematisch kan zijn (- -). Rondom de camping zijn de effecten groter dan in het VKA waardoor hier aanvullend ook ten noorden van de weg Opperheide meerdere panden negatieve effecten ondervinden (- - -). Ten zuiden van de camping, bij Hemelrijk, luistert het vrij nauw (-). Voor de percelen in agrarisch gebruik aan dit deeltraject geldt dat voor grote delen van percelen ten westen van de Tongelreep, tot aan de Kluizerdijk, grondwaterstanden minder dan 50 cm onder maaiveld worden berekend (- - -). Ten oosten van de Tongelreep, in Bruggerhuizen, zijn meerdere panden die in het VKA-plusalternatief grondwatereffecten ondervinden (onder meer nummers 1,2 en 8). Voor deze panden wordt een grondwaterstand minder dan 50 cm – mv berekend, dit geldt ook voor het pand in de hoek van de Budelse Baan en de weg Bruggerhuizen.
Ten noorden van Bruggerhuizen worden effecten berekend op landbouwpercelen van 20 tot 50 cm (GVG), dit leidt tot grondwaterstanden in het voorjaar tot minder dan 40 cm onder maaiveld.Ten noorden van Bruggerhuizen geldt dit ook als gevolg van het dempen van detailontwatering aldaar (- - -).
In de trajecten 1 en 2 zijn de effecten grotendeels gelijk, of kleiner dan het VKA. Voor de zure vennen en de vochtige alluviale bossen hebben de maatregelen geen aanvullende positieve of negatieve uitwerking.
De maatregelen uit het VKAplus-alternatief zijn beoordeeld op vastgestelde criteria. De effectscore is weergeven in Tabel 7.2.
Tabel 7.2 Cumulatieve effectscore van het VKAplus-alternatief
Beoordelingscriteria | VKA | Aansluiting overstort aanpassen | Volledig beekherstel traject 3 | Verminderen nutriëntenbelasting op Tongelreep | Opheffen drainerende werking van detailontwatering westelijk van de Tongelreep | Omvormen landbouwgronden naar natuur binnen NNB ten westen van de Tongelreep | Bosomvormingen | Inzetten van laagtes en nieuwe natuur voor het vasthouden van water | Versterken historische beemdenstructuur rondom Bruggerhuizen en Zeelber | Verbeteren en evt uitbreiden recreatiemogelijkheden rond de Tongelreep | VKAplus |
Natuur | |||||||||||
Europees beschermde gebieden | ++ | ++ | ++ | ++ | ++ | ||||||
Beschermde soorten | ++ | ++ | - - | + | ++ | ||||||
Kaderrichtlijn Water | ++ | +++ | ++ | ++ | ++ | ||||||
Landelijk en Provinciaal beschermde gebieden | +++ | +++ | +++ | +++ | |||||||
Houtopstanden | - | - | |||||||||
Grond- en oppervlaktewater | |||||||||||
Beïnvloeding grondwaterstanden | Geen effectbeoordeling | ||||||||||
Beïnvloeding grondwaterstroming (kwel, infiltratie) | Geen effectbeoordeling | ||||||||||
Beïnvloeding grondwaterkwaliteit | Geen effectbeoordeling | ||||||||||
Beïnvloeding oppervlaktewaterstelsel (waterlopen, peilen, aan- en afvoer) | Geen effectbeoordeling | ||||||||||
Beïnvloeding oppervlaktewaterkwaliteit | Geen effectbeoordeling | ||||||||||
Bodem | |||||||||||
Beïnvloeding bodemopbouw (grondverzet) | - - | - | 0 | - - | |||||||
Beïnvloeding bodemkwaliteit (verontreiniging) | 0 | + | + | + | + | ||||||
Landschap en cultuurhistorie | |||||||||||
Beïnvloeding ruimtelijke opbouw en verschijningsvorm van het landschap | + | + | + | ++ | + | + | + | + | |||
Beïnvloeding ruimtelijke (zicht)relaties en belevingswaarde van het landschap | 0 | + | + | + | + | - | + | + | |||
Beïnvloeding van landschappelijke waardevolle structuren, patronen en elementen | ++ | + | ++ | ++ | - - | + | ++ | ||||
Beïnvloeding van de cultuurhistorische vlakken volgens de CHW kaart | 0 | + | - - | + | - - | - | + | 0 | |||
Archeologische waarden | |||||||||||
Bekende archeologische waarden:. | 0 | - | - | - - | 0 | - | |||||
Verwachte archeologische waarden: | 0 | - - | - | - - | 0 | - | |||||
Beïnvloeding aardkundige waarden | 0 | - - | - | - | - | ||||||
Woon-, werk- en leefmilieu | |||||||||||
Beïnvloeding woon- en leefmilieu | + | + | + | ++ | + | + | + | ||||
Beïnvloeding gezondheid als gevolg van geluid, lucht, trillingen en stofhinder tijdens aanleg | - -** | - - | - | - -** | |||||||
Grondgebruik | |||||||||||
Gevolgen voor grondgebonden landbouw (oppervlakte, verkaveling, ontwatering, opbrengsten landbouwgewassen, bereikbaarheid) | - - | - - | - | - - | |||||||
Gevolgen voor wonen (bebouwing, percelen, bereikbaarheid) | - - | - | - - | ||||||||
Gevolgen voor werken (bedrijven, bereikbaarheid) | - - | 0 | - - | ||||||||
Gevolgen voor recreatieve voorzieningen en structuren | 0 | 0 | |||||||||
Duurzaamheid en klimaat | |||||||||||
Mate van bijdrage aan duurzaamheidsdoelstellingen | + | + | |||||||||
Robuustheid plan voor klimaatverandering | + | + | + | + | - | + | + | + |
*De effecten van grond- en oppervlaktewater zijn bij het desbetreffende aspect beschreven. Echter, verandering in deze criteria heeft voor het aspect geen directe voor- of nadelen. Dit is pas het geval voor een functie zoals natuur, wonen of grondgebruik. De effecten op water worden daarom beoordeeld vanuit een functie. Hierdoor wordt voorkomen dat watereffecten dubbel geteld worden (zowel bij water als bij een functie).
**Dit betreft een tijdelijk effect tijdens de aanlegfase.