Voorkeursalternatief (VKA)

Totstandkoming van het VKA

De maatregelen die door Waterschap de Dommel en provincie Noord-Brabant zijn ontwikkeld om het hoofddoel tegemoet te treden, kennen een lange ontstaansgeschiedenis. In het projectgebied van de Tongelreep zijn vanaf eind van de jaren ’90 van de vorige eeuw tot op heden door verschillende partijen, verschillende maatregelen uitgevoerd. Deze maatregelen hadden als doel om de opgaven die destijds van toepassing waren op verschillende trajecten te realiseren. In Tabel 3.1 wordt een overzicht gegeven van de reeds uitgevoerde maatregelen. Tevens is aangegeven aan welke doelstelling de maatregel invulling geeft. In Figuur 3.1 wordt aangegeven welk traject het betreft.

Tabel 3.1 Overzicht reeds uitgevoerde maatregelen en bijdrage aan doelstelling

Traject / gebied

Uitgevoerde maatregelen

Wanneer

Hoofddoelsteling

Nevendoelstellingen

Instandhouding

KRW

NNB

NNP

Actieplan Leven de Dommel

habitats

1. Belgische Grens tot na Achelse Kluis

Beekherstel middels hermeandering

Eind jaren '90

X

V

Deels

Deels

X

2. Stuw 3 bruggen tot Leenderweg

Beekherstel middels hermeandering

2007

V

V

Deels

Deels

X

3. Leenderweg tot brug weg Achtereind

Beekherstel middels hermeandering

2007

X

V

X

X

X

4. Maatregelen Laagveld

Stuwen Laagveldloop geplaatst, watergangen gedempt, onderhoud watergangen gestopt

2009 - 2011

X

N.V.T.

Deels

Deels

X

5. Maatregelen Valkenhorst

Dempen / verondiepen / afdammen watergangen en bosomvorming

2013 -2014

N.V.T.

N.V.T.

V

V

X

Figuur 3.1 Trajecten reeds uitgevoerde maatregelen

Voor het plangebied zijn de afgelopen jaren diverse onderzoeken gedaan. Zo is er een Landschaps Ecologische Systeem Analyse (LESA) gemaakt en zijn hydrologische inzichtscenario’s ontwikkeld en doorgerekend om de impact van hydrologische herstelmaatregelen in beeld te krijgen. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een samenhangend maatregelenpakket dat nodig is om de hoofddoelstelling van het project te kunnen halen. Aangezien de maatregelen een dusdanige hydrologische samenhang vertonen worden in het MER verder geen alternatieven onderzocht. Daar waar de maatregelen leiden tot natschade aan opstallen of aan landbouwgebieden voorziet het plan in mitigerende maatregelen ter compensatie van negatieve effecten op landbouwpercelen en bebouwing.

Hieronder worden de maatregelen nader beschreven. De maatregelen zijn op kaart weergegeven in bijlage 1.

Beschrijving van het VKA

Hydrologische maatregelen t.b.v. verhogen grondwaterstand

1. Beekbodem verhogen en profiel versmallen (traject 1, 2, 3 en 4) – N2000/KRW

Door het profiel van de beek te versmallen en de bodem van de beek te verhogen, wordt de drainagebasis van de beek verhoogd en kan er minder grondwater via de beek afgevoerd worden. Hierdoor stijgt het grondwaterpeil. Het verondiepen van de beek kan door het gedoseerd aanbrengen van zand wat door de stroming wordt verspreid over de beekbodem. Het verondiepen vindt plaats over traject 1 t/4. In traject 5 ligt de beekbodem in de huidige situatie al voldoende hoog. Het aanbrengen van hout in de beek (zie punt 2) helpt bij het vasthouden van het zand.

2. Dood hout in de beek aanbrengen – N2000/KRW/Leven de Dommel

Dood hout in de beek biedt hydraulische weerstand aan het water, hetgeen zorgt voor (piek)afvoerdemping en afvoervertraging (water wordt langer vastgehouden in het gebied) en stromingsvariatie. Daarnaast vindt er op de plaatsen van het dode hout verzanding plaats. Dit bevordert het omhoog komen van de beekbodem m.b.v. zandsuppletie (zandmotor).

3. Opheffen drainerende werking van detailontwatering – N2000

Een andere maatregel om te zorgen dat water wordt vastgehouden in het gebied en in de bodem infiltreert, is het opheffen van detailontwatering. Onder detailontwatering wordt verstaan sloten en greppels die in de huidige situatie het gebied ontwateren. In Valkenhorst is deze maatregel in het recente verleden al voor een groot deel uitgevoerd. Op de maatregelenkaart is het gebied aangegeven waarbinnen de detailontwatering opgeheven of beperkt dient te worden. Het opheffen van de drainerende werking van watergangen kan gerealiseerd worden door de volgende maatregelen:

  • Volledig dempen van watergangen

  • Verondiepen van de watergangen

  • Afdammen van watergangen

  • Het aanbrengen van stuwtjes in de watergang om water vast te houden

4. Verwijderen drainage – N2000

In de huidige situatie bevindt zich veelal (buis)drainage in de bodem van de landbouwpercelen welke verdrogend werkt. De drainage zorgt er onder andere voor dat het te veel aan water voor landbouwkundig gebruik uit de bodem van de percelen verwijderd wordt en via de sloten/greppels afgevoerd wordt. Door deze drainage te verwijderen, kan het water niet meer direct afgevoerd worden en verblijft het water langer in het gebied. Dit draagt ook bij aan het verhogen van de grondwaterstand . Op de kaart geldt dat waar de aanduiding “om te vormen naar natuur” is weergegeven dat daar alle drainage wordt verwijderd indien deze aanwezig is.

Natuurtechnische maatregelen t.b.v. verhogen grondwaterstand

5. Omvorming landbouwgronden naar natuur – N2000/NNB

Voor een aantal landbouwgronden geldt dat deze door uitvoering van de bovenstaande maatregelen te nat zullen worden om in landbouwkundig gebruik te blijven danwel dat er hydrologische herstelmaatregelen op de percelen zelf nodig zijn. Deze gronden worden in het kader van de juridisch minimaal benodigde maatregelen ten behoeve van het VKA verworven en omgevormd tot natuur. Ook de overige (reeds) verworven agrarische gronden binnen het NNB worden omgevormd tot natuur. Nader (nutriënten-) onderzoek dient uit te wijzen welke natuurbeheertypen hier het beste passen en wat het ambitieniveau wordt. Ook zijn vormen van agrarisch natuurbeheer mogelijk. Op kansrijke locaties voor hoogwaardige natuur wordt de voedselrijke bovengrond (bouwvoor) verwijderd om meer hoogwaardige beheertypen mogelijk te maken. De grond die hierbij vrijkomt wordt zo veel mogelijk afgezet binnen het projectgebied.

6. Naaldbos lokaal kappen voor houtproductie en omvormen naar heide of open loofbos - N2000

Bomen nemen veel water uit de bodem op en houden hemelwater tegen (interceptie). Met name naaldbomen zorgen voor een relatief grote verdamping en interceptie door het jaar heen. Door met name dit naaldbos te kappen en om te vormen naar heide of grasland, wordt minder water uit de bodem onttrokken. Deze omvorming heeft deels al plaatsgevonden, maar wordt wel meegenomen in dit MER. Er kunnen vier categorieën bosomvorming worden onderscheiden:

  1. Percelen aangemerkt voor bosomvorming t.b.v. instandhouding habitattypen

  2. Percelen aangemerkt voor bosomvorming naar heide

  3. Percelen aangemerkt voor houtkap t.b.v. houtproductie

  4. Percelen aangemerkt omdat bestaande bomen door verhoging grondwaterstanden kunnen omvallen

Percelen waar bosomvorming plaatsvindt t.b.v. instandhouding van de habitattypen, behoren tot de basismaatregelen.