Plusmaatregelen
Het VKA geeft invulling aan geformuleerde hoofddoelstelling. In samenwerking met de streek (zie doelstelling Leven de Dommel: ‘meer samen werken’) is gewerkt aan passende maatregelen die niet alleen invulling geven aan de hoofddoelstelling, maar ook aan ambities en doelstellingen vanuit de KRW, NNB, NNP, Leven de Dommel en wensen vanuit het gebied. De plusmaatregelen omvatten daarmee ingrepen ter verbetering van de natuur en het waterbeheer, de recreatie, het landschap, de cultuurhistorie, het woon- werk- en leefmilieu en de landbouw.
Bij de totstandkoming van deze plusmaatregelen is een externe projectgroep (o.a. de Provincie Noord-Brabant, Brabants Landschap, Staatsbosbeheer en de gemeenten Valkenswaard en Heeze-Leende) nauw betrokken. Daarnaast zijn keukentafel-gesprekken, werksessies met grondeigenaren en direct belanghebbenden georganiseerd en informatiebijeenkomsten gehouden. Belangrijke voorwaarde hierbij was dat de plusmaatregelen geen negatieve effecten mogen hebben op de duurzame instandhouding van de stikstofgevoelige habitats in het projectgebied (de hoofddoelstelling van dit project).
Daar waar de plusmaatregelen leiden tot natschade aan opstallen of aan landbouwgebieden voorziet het plan in mitigerende maatregelen ter compensatie van negatieve effecten op landbouwpercelen en bebouwing.
De Plusmaatregelen zijn genummerd vanaf 7 omdat het VKA maatregel 1 tot en met 6 betreft.
Beschrijving van de plusmaatregelen
Kaderrichtlijn Water
7. Aansluiting overstort gemeente Valkenswaard aanpassen.
In de huidige situatie zorgt deze overstort bij extreme neerslag voor wateroverlast op het naastgelegen agrarisch perceel omdat water niet snel genoeg afgevoerd kan worden richting de Tongelreep. Daarnaast veroorzaakt de overstort vanuit het gemengde riool van de gemeente Valkenswaard voor ongewenste toevoer van nutrienten in de beek. Enerzijds dient voorkomen te worden dat de overstort overlast veroorzaakt op naastgelegen percelen. In het kader van de instandhouding van het alluviaal bos in dit deel van het gebied is het noodzakelijk om de frequentie en het debiet vanuit deze overstort terug te dringen. Hierover dienen afspraken gemaakt te worden met de gemeente Valkenswaard.
8. Volledig beekherstel traject 3
In het verleden is al hermeandering toegepast op een aantal trajectdelen van de Tongelreep (trajectdelen 2, 4 en 5 op de maatregelenkaart in bijlage 2 bij het MER). Over het traject 3 (zie bijlage 2 bij het MER), vanaf grofweg de instroom van de TR 5 in de Tongelreep tot 500 meter stroomopwaarts van de stuw bij Driebruggen, is als plusmaatregel volledig beekherstel voorzien. Hierbij neemt de totale lengte van de beek over dit traject met 25% toe. De bodem ligt hoger en het profiel van de beek wijzigt naar een twee of drie fasen profiel, afhankelijk van het in bezit zijn van de gronden. Door het ontwikkelen van beekbegeleidende beplanting na de herinrichting wordt de beek grotendeels (50%) beschaduwd. Deze beschaduwing zorgt er voor dat in delen van de beek weinig begroeiing voorkomt, wat zorgt voor afwisseling van stroomsnelheden.
De hermeandering is nu globaal ingetekend. Hierbij is gezocht naar de ligging van de oude loop (1850) en natuurlijke laagten in het terrein, waar bij de huidige loop zo min mogelijk wordt gekruisd. Bij de verdere uitwerking wordt rekening gehouden met de geomorfologie (grind in de ondergrond) en eventuele verontreinigingen. Hiervoor is nader booronderzoek en milieukundig onderzoek nodig.
9. Verminderen nutriëntenbelasting op Tongelreep
Deze maatregel betreft het verminderen van de nutriëntenbelasting in de beken door verbeteren van de zuivering, saneren riooloverstorten en/of verminderen uitspoeling meststoffen. Deze maatregel is onder meer noodzakelijk voor het realiseren van de doelen voor habitattype H91E0C Alluviale bossen en past in het kader van de doelstellingen voor de KRW. In het VKA onder punt 8 is de aanpassing van de riooloverstort aan de noordoostzijde van de kern van Valkenswaard ook al opgenomen. De hier bedoelde maatregelen zijn aanvullend hierop.
De vermindering van uitspoeling van meststoffen treedt ook al op als gevolg van maatregel 11. Deels is deze maatregel dus gecombineerd met andere maatregelen.
Natuurnetwerk Brabant
10. Opheffen drainerende werking van detailontwatering en verwijderen drainage westelijk van de Tongelreep
In deze maatregel wordt ook in de omgeving van de NNB-gronden ten westen van de Tongelreep de drainerende werking van de detailontwatering zo veel mogelijk opgeheven en drainage verwijderd om het beekdal als geheel hydrologisch te herstellen en de natuurlijke gradiënten van de hoger gelegen gronden naar de meer kwel gerelateerde natuur richting de beek te herstellen. Dit punt hangt samen met punt 12.
11. Omvormen van landbouwgronden naar natuur binnen het NNB ten westen van de Tongelreep
Deze plusmaatregel betekent de volledige inrichting van het NNB in het beekdal van de Tongelreep. Het gaat hier om alle NNB die nog niet verworven is. De verwerving van deze gronden geschiedt op vrijwillige basis (in den minne) en is dus afhankelijk van de medewerking van grondeigenaren in het gebied. Het betreft gronden ten westen van de Tongelreep, maar ook nog niet-verworven NNB-gronden oostelijk van de beek. Inhoudelijk geldt hetzelfde al beschreven onder punt 5.
12. Bosomvormingen
Vanuit het gebiedsplan de Groote Heide staat de ambitie beschreven om de verbindingszones van heide verder te versterken. De bosomvormingen naar heide die niet bijdragen aan de stijging van de grondwaterstand ten behoeve van de ‘Zure vennen’ (instandhouding van habitats), maar aan het versterken van het open karakter en corridorfunctie binnen het gebied, worden daarom als plusmaatregel beschouwd.
Leven de Dommel
13. Inzetten van laagtes en nieuwe natuur voor het vasthouden van water (3-fasen profiel)
Natuurlijke laagtes en natuurgebieden worden gedurende natte perioden ingezet om water langer in het gebied vast te houden en risico op wateroverlast in naastgelegen en stroomafwaarts gelegen landbouwgebieden te verminderen.
Deze laagtes bevinden zich in de nieuw in te richten natuurgebieden, maar ook de bestaande voormalige vloeivelden bij de Achelse Kluis kunnen hiervoor eventueel worden ingezet. De inzet van deze laagtes dient te passen bij de ambities die horen bij de betreffende percelen. Verdere detaillering volgt na uitwerking van het VKA-plus in het PPWW. De laagtes vormen tezamen met het 2-fasenprofiel van de beek het 3-fasenprofiel. Fase 1 is het zomerbed van de beek, fase 2 het winterbed. De derde fase vangt water op gedurende extreme neerslagpieken.
14. Inrichting van het beekdal als een 3-fasenprofiel
Deze maatregel overlapt deels de maatregel hiervoor. Op vooraf aangewezen lagergelegen locaties kan de beek inunderen. Het 3-fasenprofiel zorgt er voor dat ook in drogere periodes de stroomsnelheid voldoende blijft. In de voorjaarssituatie is de 2e fase (winterbed) ook gevuld en bij extremen dienen al dan niet verlaagde delen van het beekdal als meestromende berging en kan water in het gebied vastgehouden worden.
Cultuurhistorie/Landschap
15. Versterken historische beemdenstructuur rondom Bruggerhuizen en Zeelberg
De beemden ter hoogte van Zeelberg en in de omgeving van Bruggerhuizen worden, waar mogelijk, hersteld om de historische herkenbaarheid van het landschap te vergroten en gradiënten aan te brengen in het beekdal. Met name rondom Zeelberg en in afnemende mate richting Bruggerhuizen. Met deze maatregel wordt invulling gegeven aan wensen vanuit de partners en stakeholders.
Recreatie
16. Verbeteren en eventueel uitbreiden recreatiemogelijkheden rond de Tongelreep
Wandelroute mogelijk maken vanuit de Natuurpoort bij de Achelse Kluis waar het beekdal van de Tongelreep ‘beleefd’ kan worden. Praktisch betekent dat, dat er ergens tussen traject 2 en 3 een oversteek (bruggetje) moet komen en er vlonderpaden moeten worden aangelegd om de route jaarrond bereikbaar te houden. Daarnaast is er de wens om het rondje rond de Tongelreep te kunnen verlengen met de wandelroute rond de Warmbeek in België. Hiervoor dient een pad en een oversteek gerealiseerd te worden op de Belgische grens om te kunnen oversteken. Met deze maatregel wordt invulling gegeven aan wensen vanuit de partners en stakeholders.