F - Optimaliseren overstortsysteem bij Kreijenbeek

De vuilwateroverstort die ten noordoosten ligt van het industrieterrein Kreijenbeek, stort in tijden van piekbuien over op watergang TR33.2 om vervolgens te lozen op de Tongelreep. Om te voorkomen dat dit vuile nutriëntenrijke water juist bij piekbuien en hoog water in de vochtige alluviale bossen terecht komt die iets benedenstrooms langs de Tongelreep gelegen zijn, wordt het overstortsysteem aangepast.

Schoon regenwater wordt zoveel mogelijk gescheiden van nutriëntrijke overstortwater. In tijden van “normale afvoer” zal daardoor schoon water infiltreren in het bosperceel ten oosten van TR33.2 en het zandpad. Daarmee wordt het slotensysteem ontlast, het grondwaterpeil lokaal aangevuld, zal er minder snel verdroging optreden en zullen de natuurwaarden toenemen. Tegelijkertijd wordt het slotensysteem daaromheen geoptimaliseerd zodat het minder draineert en eventueel overstortwater beter afgevoerd kan worden. Bij grote afvoeren vanuit de overstort zal het bosperceeltje ten westen van TR33.2 en het zandpad als (primaire) noodberging ingezet worden. Mocht het voorkomen dat de afvoer extreem hoog is en deze primaire noodberging vol is dan zal ook het bosperceel ten oosten van TR33.2 en het zandpad als (secundaire) noodberging ingezet worden.

Op deze manier beperken we die invloed van de overstort op alluviale bossen en op de naastgelegen landbouwgronden tot een minimum. Om dit te realiseren worden de volgende maatregelen genomen:

F - Optimaliseren watersysteem bij overstort Kreijenbeek

Nr.

Maatregel

Waterstaatswerken

Overige werken

F1

Verondiepen watergangen TR33

X

 

F2

Aanvullen en ophogen bestaande kades rondom bosperceel

X

 

F3

Aanbrengen inlaat

X

 

F4

Aanbrengen uitlaat

X

 

F5

Aanbrengen extra stuw in watergang TR32

X

 
Figuur 1.5 12 Aanpassen overstortsysteem Kreijenbeek

F1 Verondiepen deel watergang TR33

In de nieuwe situatie gaat zowel regenwater als vuilwater (overstort) vanuit Kreijenbeek via het bos geleid worden, waardoor de huidige watergang TR33_HO4 in de nieuwe situatie over gedimensioneerd is. Om deze reden wordt het deel van TR33 vanaf duiker TR33-KDU2 verondiept tot aan waar watergang TR32 erbij komt. Dit zal de kwelstroom vanuit het noorden in het bos bevorderen omdat de watergang TR 33 na verondieping minder drainerend zal werken.

F2 Aanvullen laagtes aan bestaande kade rondom landbouwperceel

In de huidige situatie kan het in natte periodes voorkomen dat er water op het landbouwperceel komt te staan die tussen Kreijenbeek en de visvijvers in liggen. Om dit in de toekomst te voorkomen worden de ‘gaten’ en laagtes in de bestaande kade ten oosten van het bergbezinkbassin en ten zuiden van de secundaire berging verder aangevuld. Deze kade heeft een breedte van 3 meter en varieert in hoogte t.o.v. maaiveld van 0,5m tot 1m.

F3 Aanbrengen inlaten

Voor zowel de primaire als de secundaire berging worden inlaten aangebracht om vuilwater de berging in te kunnen sturen. Daarnaast wordt er een stuurbare inlaat gerealiseerd die regenwater in de secundaire berging kan inlaten.

F4 Aanbrengen uitlaat

De secundaire berging krijgt een uitlaat op de verondiepte watergang TR33_HO4 en daarnaast komt er een regelwerk in TR32 net na de berging. Deze laatste stuw zorgt er voornamelijk voor dat water vanuit de Tongelreep niet terug kan stromen richting de landbouwpercelen ten zuiden van de bergingen.

F5 Aanbrengen stuw in watergang TR32HO02

Om bij het landbouwperceel ten westen van TR32 beter sturing te geven aan het waterbeheer wordt er in watergang TR32 een LOP-stuw geplaatst.