B - Maatregelen m.b.t. dempen, afdammen en verondiepen greppels en sloten

Om de gewenste verhoging van grondwaterstand te kunnen bereiken voor de kwetsbare habitattypen in het projectgebied moet de drainerende werking van sloten en greppels worden opgeheven. Maatregelen die daarvoor genomen worden zijn afdammen, dempen, verondiepen van watergangen, sloten en greppels en/of het plaatsen van stuwen.

B - Maatregelen m.b.t. dempen, afdammen en verondiepen greppels en sloten

Nr.

Maatregel

Waterstaatswerken

Overige werken

B1

Dempen en verondiepen greppels en sloten

X

 

B2

Afdammen greppels en sloten

X

 
Figuur 1.5 5 Maatregelen m.b.t. dempen, afdammen en verondiepen greppels en sloten

B1 Dempen en verondiepen greppels en sloten

In het projectgebied van fase 1 worden een aantal sloten en greppels gedempt om de drainerende werking op te heffen en kweldruk te herstellen. Deze maatregel wordt in overleg met het project Laagveld uitgevoerd, aangezien het project Laagveld hierin overlapt. Dit project wordt door Staatsbosbeheer voorbereid. Tijdens de uitvoering wordt bekeken of deze volledig gedempt gaan worden of dat het aanbrengen van gronddammen volstaat. Dit is onder andere afhankelijk van de toegankelijkheid, de hoogteligging en het verhang van de greppel. Eveneens afhankelijk van de locatie blijft er een minimale stroomgeul over om te zorgen dat regen- en overstromingswater niet langdurig op het maaiveld blijft staan. Aanwezige kunstwerken in te dempen greppels zullen worden verwijderd. Een overzicht van alle te dempen sloten en greppels is te zien in figuur 1.5‑5.

B2 Afdammen sloten en greppels

In het projectgebied van fase 1 liggen veel kleine greppels haaks op Tongelreep. Deze greppels worden verondiept, maar ook afgedamd zodat ze niet meer direct in verbinding staan met andere watergangen. Hiermee wordt ook de afwaterende functie naar de Tongelreep opgeheven. Een principeprofiel van een gronddam wordt weergegeven in figuur 1.5‑6.

Figuur 1.5 6 Principeprofiel gronddam