Erfgoedwet en Wet ruimtelijke ordening (Wro)
Op grond van de huidige Erfgoedwet en WRO zijn gemeenten verantwoordelijk voor de omgang met archeologische waarden binnen het eigen gemeentelijk grondgebied.
Voor het Projectplan “Herinrichting Tongelreep” dienen de betrokken gemeentes (Valkenswaard en Heeze-Leende en Waalre) vast te stellen of voldoende rekening is gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten archeologische waarden. Conform de gestelde regelgeving in de Erfgoedwet stelt het waterschap een Programma van Eisen op voor de geplande graafwerkzaamheden, met als doel zoveel mogelijk archeologische waarden in situ te behouden. Daar waar toch ontgraven moet worden, zal in een aantal gevallen voorafgaand aan de werkzaamheden een archeologisch waarderend onderzoek dienen plaats te vinden. In het bijzonder zal het in het projectgebied aanwezige Archeologisch monument Stepkesweg in situ behouden worden. Het Archeologisch Bureauonderzoek dat samen met de Cultuurhistorische Verkenning is uitgevoerd, is als bijlage A3 toegevoegd aan dit Projectplan.
In de Inpassingsplan Regels 5.5.2, 6.5.2, 7.5.2 en 8.5.2 is een uitzondering toegevoegd: "Het in lid 5.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke: c. worden uitgevoerd in het kader van en overeenkomstig met het Projectplan Waterwet" De reden hiervoor is dat het archeologisch belang zal worden geborgd conform de Erfgoedwet door het Waterschap en de Provincie Noord-Brabant in het Projectplan Waterwet in lijn en conform de artikelen Artikel 5 Waarde - Archeologie 2, Artikel 6 Waarde - Archeologie 4, Artikel 7 Waarde - Archeologie 5 en Artikel 8 Waarde - Archeologie 6 van het Inpassingsplan Tongelreep.